Moeder natuur
heeft besloten september in cognito 2013 binnen te laten sluipen: haar imago
van herfstmaand heeft zich gelukkig nog niet gemanifesteerd. Dit stelt me in de
gelegenheid om nog maar eens met een zomers gerecht op de proppen te komen. Hoe
typeert zich eigenlijk een gerecht dat in de smaak valt wanneer je je loom,
halfgaar voortbeweegt en als je hoofd ziedend op je romp balanceert?
Het voelt
paradoxaal dat op de warmste plekken van deze globe men nog hetere gerechten
naar binnen schuift. De verklaring daarvoor is echter simpel: het is een gevolg
van de evolutionaire struggle for life tussen de mens en bacteriën. Hoe warmer
een land, hoe bederfelijker het voedsel en des te sterker de specerijen en
kruiden die worden gebruikt om die eencellige vriendjes de nek om te draaien. Knoflook,
uien, piment en oregano blijken het best te zijn: ze doden álle bacteriën. Tijm,
kaneel, dragon en komijn doden 80 procent, Spaanse pepers en chilipepers 75
procent. Witte en zwarte peper, gember, anijs, selderie en citroensap
belemmeren maar een kwart van de bacteriën in hun groei.[1]
Dus: gezien de
tropische weersvoorspellingen doe ik er het best aan een pittig maal op het
menu te laten pronken, zoveel is duidelijk.
Maar valt dat wel
in de smaak? Of iemand van pittig eten houdt schijnt te worden bepaald door je
persoonlijkheid. Uit onderzoek is gebleken dat zogenaamde ‘sensatiezoekers’
maaltijden lekkerder beginnen te vinden wanneer het brandende gevoel in de mond
toeneemt, waar burgerlijke huismusjes hun bestek al snel horizontaal op hun
bord leggen.[2]
Bij mij rijst
meteen de vraag: welke struggle for life wordt een muurbloem die in Al
Aziziyah, Libië (warmste plek ooit gemeten: 58°c) ter wereld komt in de
schoot geworpen? Maar dat geheel terzijde..
Welnu, hier een gerecht
voor de thrillseekers onder ons.
(En als je iets
minder thrill seeked: de rode peper kan tegenwoordig prima vervangen worden
door een uurtje ijskast)
Ceviche asian
style
Snij de vis in
gelijke blokjes van ongeveer 2 cm.
Pers de limoen
uit en voeg aan het sap de volgende ingrediënten toe: de fijngesneden rode
peper, geraspte gember, 2 el vissaus, 1 tl suiker, 4 druppels sesamolie, een
geplette teen knoflook, rode ui in ringen, een scheutje olijfolie en wat
versgemalen peper. Roer dit mengsel om en voeg de visblokjes toe. Dek af en zet
in de ijskast voor minimaal 30 minuten en maximaal 2 uur. Het zuur uit de
limoen laat de eiwitten van de vis stollen, dus hoe langer je hem marineert,
hoe gaarder de vis wordt. Kijk vooral af en toe even hoe de vis erbij ligt.
Snij ondertussen
de komkommer en de gele paprika in reepjes, de radijs in plakjes en de
koriander in snippers.
Wanneer jij de
vis perfect vindt, moet je een beslissing maken. Makkelijk of minder makkelijk:
òf je gaat voor de salade, òf je kiest voor de springrolls.
Salade
Neem een grote
sla-bak en meng daarin de uitgelekte vis en alle andere ingrediënten. Breng op smaak met een beetje
olijfolie, zout & peper. Strooi er uiteindelijk de kokosrasp (niet te
veel!) en pinda’s overheen.
Springrolls
Zet 1 droog bord
en 1 bord met een laagje warm water klaar. Haal een rijstvel door het warme
water en leg het daarna op het droge bord. Vul dan het midden van het vel met een
beetje van de uitgelekte vis, de groenten, koriander, pinda’s en kokosrasp.
Zorg dat je van de rand minimaal 2 cm ruimte overlaat. Klap dan de 2 zijkanten
naar binnen, klap de onderkant van het vel over de vulling en rol hem naar
boven op. Oefening baart kunst, zeg maar;-)
Je kunt de
rolletjes in zijn geheel of schuin doorgesneden serveren.
Klaar!
NB: Ben jij een
liefhebber van ceviche? En heb je gister iets te ver in het glaasje gekeken?
Dan daag ik je uit: waag je eens aan ‘Tigers milk’; de in een glaasje
geserveerde overgebleven ceviche-marinade met een scheutje wodka. Daaag katertje!
Tip: de witvis is
goed te vervangen door garnalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten