Ik ben een maand
in Azië geweest. 31 dagen heb ik via 3 menukaarten per dag een andere wereld
mogen proeven. Je kunt me niet gelukkiger maken! Eenmaal thuis gekomen hoor ik om me heen: "Nou, je zal wel bergen inspiratie opgedaan hebben voor je
blog!”…
Ja en nee. Ergens
ben ik door schade en schande wijs geworden omdat toch vaak geldt: Don’t try it
at home.
Zo herinner ik me
van mijn reis naar Vietnam 10 jaar geleden, de traditionele koffie die gezet
wordt met een klein aluminium apparaatje. Mijn moeder stond laatst na het
uitruimen van de kelderkast te rammelen met een zilverkleurig object gewikkeld
in plastic folie: “Mag dit weg??”.
Ook denk ik aan de kilo’s La vache qui rit en Babybell-kaasjes die jaar in, jaar uit aan het eind van de zomer in
de koelbox met ons de grens overstaken om vervolgens in een Nederlandse ijskast
hun laatste dagen te tellen. Terwijl ik dit schrijf bekruipt me plots het
gevoel dat er in de kast achter me ook nog een zak unieke, pimpelpaarse, limited
edition M&M’s uit de M&M-store in New York, waar ik 2,5 jaar geleden
was, te vinden is. Die zullen nu wel wit zijn.
Nee, smaak heeft
niet alleen te maken met de ingrediënten van een product en de uitwerking er van
op jouw papilletjes. Sfeer, geur en gevoel zijn minsten van even grote invloed.
Maar dat neemt niet weg dat ik mijn ervaringen met de keuken in Myanmar maar al
te graag met jullie wil delen!
De Myanmarese
keuken kent invloeden vanuit zijn buurlanden China, India, Thailand en
Bangladesh wat betekent dat er eindeloos veel rijst maar ook papadum en naan
op het menu staan.
Daarnaast blijft ook de invloed van de Britten niet
onopgemerkt: waar je ook komt, bij het ochtendgloren en vlak voor het slapen
gaan (lees: 21:00 uur, want om 05:00 uur galmen de boeddhistische gebeden je alweer
je bedje uit) het is altijd theetijd: op iedere tafel, bar en hotelkamer staat een publiek
thermoskannetje met tea for free.
Naast de thee is
er nog een ander vloeibaar goedje waar je niet omheen kunt: soep. Voorafgaand
aan iedere bestelling wordt een kop soep geserveerd. In het begin moet je er
even aan wennen en roep je als kneiterige Nederlander nog in gebrekkig Engels:
“Wie dit not order ze soup!” Maar de kelner spreekt nog gebrekkiger Engels, dus
die is alweer met gezwinde spoed vertrokken. No worries: van de soep geen spoor
op de rekening.
Lopend over de
eindeloze foodmarkets, waar je oprecht het gevoel hebt een van de weinige
toeristen te zijn (ben ik naïef?), valt me op hoe de mensen met eten omgaan:
het is orde en respect wat de klok slaat. Iedere boon, veel te hete peper en knoflookteen
verdient een special treatment voordat ze geordend als een leger uit hun
buurland worden geëtaleerd: een feest voor het oog.
Als vegetariër
kun je in dit land prima uit de voeten. Ze mogen de betekenis van ‘no meat’ dan
wel niet begrijpen. Kee die als kip-imitatie door het restaurant vliegt, levert
steevast een kostelijk vleesloos maal op.
Ten slotte zijn
er een paar ingrediënten waar je in dit land niet omheen kunt: pinda’s,
knoflook, sesam, mango, avocado, tomaat, bloemkool en thee. Ja; thee in eten!
In hèt gerecht van Myanmar: Lahpet Thoke oftewel tealeaf salad: overheerlijk.
Binnenkort kun je
hier absoluut gerechten vinden die geïnspireerd zijn op de keuken van, en de
reis naar, dit meer dan fantastische land. Want ok, ik zal eerlijk zijn: tegen
beter weten in heb ik 2 zakjes pickeled tealeaf meegesmokkeld. Tóch te
benieuwd of het mij in dit kikkerland ook zal lukken…. Hoezo eigenwijs?
Wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten